Zondagsrust

Deze zondag is, gelijk het behoort, een rustdag. Ik lees Au Pair van Willem Frederik Hermans, een roman die maar moeizaam op gang komt, maar niettemin lees ik verder, ter tijdverdrijf en in de hoop dat het uiteindelijk zal lonen. Is het immers niet ook zo bij Dostojevski? Die langdradige introducties, die dan toch uitgroeien tot meesterlijke literatuur. De deadline voor een paper over de Vrijmetselarij nadert gestaag, ik vraag me af of ik er vandaag voor zal werken, maar besluit dit niet te doen. Er is nog genoeg tijd voor het lezen van de benodigde literatuur en hieruit verwerken in het paper wat gebruikt kan worden. Het is geen uitstelgedrag, het is behoefte aan rust. De afgelopen dagen spookt er een ietwat verlammende somberheid door het hoofd, is de slaap niet wat die zou moeten zijn, maar dat is de slaap eerlijk gezegd zelden. Het zal de tijd van het jaar zijn, in combinatie met de genetische aanleg − er is verder weinig reden om somber te zijn. Dat spreekt tegen het bestaan van een volledige Vrije Wil. Enfin. Het zij zo, het is veel erger geweest dan dit. 

Ik denk aan het essay dat ik schreef voor het vak filosofie, over de postmoderne kijk op de waarheid, dat met ruim vijfhonderd woorden dient te worden ingekort. Ik vraag me af of het kan, een gedegen essay over de waarheid in het licht van het postmodernisme, in slechts achthonderd woorden. Het zal wel goedkomen. Ik denk aan Double Blind van Edward St. Aubyn, waarvan ik gisteren de laatste bladzijden las. Ik denk terug aan de tijd dat ik de romancyclus over protagonist Patrick Melrose van dezelfde schrijver las. Bij het beginnen met lezen van Double Blind, vroeg ik me af of St. Aubyn dezelfde grote hoogten zou bereiken als bij de Melrose-boeken. Het is niet niet exact dezelfde hoogte, maar niettemin is het een puike roman. Een ideeënroman, zoals dat heet. Het spreekt van vakmanschap, dat St. Aubyn niet alleen zijn tekortkomingen en trauma's tot literatuur kan omvormen, maar ook zijn kijk op de wereld als zodanig. Ik denk terug aan het concert van Bob Dylan afgelopen zondag, de laatste meesterlijke minuten toen hij Every Grain of Sand speelde; de mondharmonica-solo als afsluiter. Ik hoop natuurlijk niet dat het de laatste keer zal blijken te zijn dat ik Dylan live heb gezien, mocht dit echter toch het geval blijken te zijn, is Every Grain of Sand een waardig afscheid. Het concert dat Bob Dylan afgelopen maandag hield, bevatte een verrassing voor het publiek. Hij opende, voor zover ik weet, voor het eerst deze tour niet met Watching the River Flow, maar met Oh Susanna, in de vorm van een korte instrumental, als extraatje. Ik voel een lichte vorm van jaloezie jegens het publiek van zeventien oktober, maar besluit dat deze zinloos is; het concert van de zestiende is goed zoals het was.

Ik struin wat rond op internet, bezoek de website van het Van Gogh Museum, de pagina over de huidige tentoonstelling Golden Boy Gustav Klimt, die ik aanstaande donderdag hoop te bezoeken. Ik ziet dat onder ander Klimts schilderij Judith te zien zal zijn, dat stemt me hoopvol. Ik lees in de Volkskrant dat Rishi Sunak het Britse premierschap nadert. Ik vraag me af of er überhaupt iets goeds uit die Conservative Party kan voortkomen. Waarschijnlijk niet. "De terugkeer van Boris Johnson zou wel eens op een mislukking kunnen uitlopen", lees ik. Alsof zijn hele premierschap dat niet was. "Brexit is voltooid, Corbyn is verdwenen, covid heeft de economie verwoest en inflatie losgelaten. Wat we nu nodig hebben is geen nostalgie naar het ridderlijke elan van 2019. Wat nu nodig is, is geduld, eerlijkheid, competentie en conservatieve deugdzaamheid", zei minister van Internationale Handel Kemi. Tja, "conservatieve deugdzaamheid" doet me vooral denken aan zoiets als 'partygate' en corrupte Tories.    

Ik twijfel of ik later deze dag naar het centrum van Utrecht zal fietsen, maar realiseer me dat ik daar weinig te zoeken heb. De meeste boekwinkels zijn dicht, daarbij is er geen geld op het moment om boeken te kopen. Het is een rare aandoening, de behoefte aan nieuwe literatuur, terwijl er nog zoveel in de kast ligt om gelezen te worden. Ik denk aan de rabiate calvinisten die überhaupt niet naar een boekwinkel zouden gaan op een dag als vandaag, die de tv niet aanzetten, mocht die überhaupt aanwezig zijn, in de geest van de zondag als ware die een vervanging van de Sjabbat. Ik denk aan de colleges over het Jodendom van de afgelopen weken. Ik denk aan de halacha en haar zeshonderddertien miswot. Ga er maar aanstaan, het halachisch leven. Ik denk aan Ischa Meijer. Het interview dat hij gaf aan Monique Nolte, een studente van de School voor de journalistiek. Dat het me akelig veel aan m'n Joodse grootvader deed denken, de laatste keer dat ik het zag  en dat voor het eerst, terwijl ik het interview al vaker zag. Het is opvallend hoe die zaken werken. Het zal met de tijd van het jaar te maken hebben, het is niet veel langer dan een jaar geleden dat mijn grootvader ontzield werd. Ik denk aan mijn 'studie' Journalistiek, waar Meijer niet één keer de revue passeerde. De stupiditeit! Ik voel de woede weer opborrelen over meer dan alleen het verzaken Meijer te behandelen, maar besluit dat dit zinloos is. Gedane zaken nemen geen keer, zegt men. Daarbij, ik ben toch aardig goed terechtgekomen, niettegenstaande de moeilijkheden. Zulks is immers het leven, nietwaar? 

Reacties

  1. Je grootvader is gelukkig niet ontzield maar tijdelijk ontlichaamd ;-) maar ik snap waar je op doelt zoon.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts