A religious person

Ik lees deze dag met veel plezier het interview met Bob Dylan in The Wall Street Journal. Het is – hoe kan het ook anders? – een interview à la Dylan. Met de hak-op-de-tak-taal die we van hem gewend zijn, waar niettemin wijsheid doorheen schijnt. Dylan is een man die het leven niet alleen kent, maar ook analyseert. Met andere woorden: Dylan weet wat het is om te leven, leeft niet zonder contemplatie. Een ander zal het interview lezen als geraaskal. Maar zo worden de grote filosofen ook vaak door de slordige lezer geïnterpreteerd. 

Ik vraag me of hoe de interviewer – de mij nog onbekende Jeff Slate – terugkijkt op het interview. Als hij zocht naar een interview zoals alle interviews, duidelijk, maar daardoor vaak ook met een bepaalde veralgemeniseerde nietszeggendheid, is zijn missie gefaald. Als het zijn doel was om Dylan te vangen in zijn vluchtige en associatieve taal – en zo hoort het ook – is zijn doel geslaagd. Een snelle zoekopdracht leert mij dat Jeff Slate zowel muzikant als interviewer is. Het maakt me naar beide vruchten van zijn beroepen benieuwd, maar voor nu is er alleen het interview dat hij met Dylan hield; genoeg stof voor een dag of wat. 


Met nog meer plezier lees ik de volledige versie van het interview op de officiële website van Bob Dylan. De meest opvallende zinnen blijken de zinnen die uit de versie op de website van de WSJ geschrapt zijn: "I’m a religious person. I read the scriptures a lot, meditate and pray, light candles in church. I believe in damnation and salvation, as well as predestination. The Five Books of Moses, Pauline Epistles, Invocation of the Saints, all of it." Dat is klare taal; de meest klare taal van het interview. Sinds zijn gospelperiode heeft Dylan zich nooit echt duidelijk uitgelaten over zijn geloof – al moet ook gezegd worden dat hij het geloof nooit openlijk heeft afgezworen. Dylans vaagheid omtrent zijn religiositeit is voor sommigen reden om zijn periode 'in de Heer' af te doen als een vergissing, of zelfs een grap, of als een van de rollen die hij door de jaren heen innam. Nu is er dus deze klare taal. Einde discussie, wat dat betreft. En wie Dylan doorgrondt weet dat hij nooit acteert, maar steeds een ander wordt: van verlegen folkzanger tot song and dance man, van countryzanger met kopstem tot een schorre wit geschminkte circusartiest, van predikende gospelzanger tot bluesy 'n moody man en van raspende rocker tot crooner. Wat dat betreft heeft I'm not There – de verfilming van Dylans persona('s) – het bij het juiste eind: Bob Dylan is velen en niemand voor lang – behalve de gelovige, wat dat ook moge inhouden. Díe is hij altijd gebleven, leert het interview. 


Reacties

Een reactie posten

Populaire posts