Vergeten en herinneren

Laatst werd mij de vraag gesteld: 'Hoe kun je zoveel onthouden?' Het is niet voor het eerst dat zo'n vraag mij wordt gesteld of een soortgelijke opmerking wordt gemaakt. Het antwoord daarop is vooral: veel lezen. Maar zelf stel ik mezelf echter meer de vraag: waarom vergeet ik zoveel? Zo ook nu ik de roman The Childhood of Jesus van J.M. Coetzee lees. Eerder las ik Disgrace van Coetzee, niet eens zo lang geleden, waar ik me weinig van kan herinneren. Niet veel meer dan dat het zich in Zuid-Afrika afspeelt. De rest van de inhoud van het boek is uit mijn geheugen geweken. Het vergeten van de inhoud van boeken geldt helaas niet alleen voor Disgrace. Wat mij betreft vergeet ik te veel en onthoud ik te weinig. 

De roman Het grote verlangen van Marcel Möring, meer dan een aanrader, gaat over het vergeten. De hoofdpersoon, Samuel Hagenau, is de tijd voor het overlijden van zijn ouders vergeten. Vertrouwt op de verhalen van zijn tweelingzus Julia, die zich juist akelig veel details weet te herinneren, of verzint. Het boek bevat een citaat en uitleg van Wittgenstein over het vergeten, of over het herinneren: 'Wittgenstein, mijn gids, mijn voorbeeld, schreef: 'Stel dat ik zo'n goed geheugen had dat ik al mijn zintuiglijke waarnemingen kon herinneren. In dat geval zou er, prima facie, niets zijn dat mij ervan kon weerhouden ze te beschrijven. Dat zou een biografie zijn. En waarom zou ik niet in staat zijn al wat hypothetisch is buiten deze beschrijving te laten?' Omdat herinnering weinig heeft te maken met zintuiglijke waarnemingen? Ergens anders vraagt hij zich af hoe het zou zijn als iemand zich voor het eerst in zijn leven iets herinnert: 'Weet hij dat het herinneren is doordat het veroorzaakt werd door iets uit het verleden? En hoe weet hij wat "verleden" is? Het begrip "verleden" leert iemand door zich iets te herinneren.' Misschien, zegt hij tenslotte, tussen haakjes, alsof hij het zelf ook niet wist, misschien kun je spreken van een gevoel van 'Lang, lang geleden': '...want er is een intonatie, een gebaar, dat bij bepaalde verhalen uit vroeger tijd hoort.' In het eerste geval klopt het woord 'herinneren' niet. Wie geen van zijn zintuiglijke waarnemingen vergeet herinnert niet. Hij registreert. Zo iemand is een bandrecorder, een camera. Het kenmerk van herinneren, het begrip waar Wittgenstein in het tweede gedachte-experiment mee speelt, is eerder een gevoel (van 'Lang, lang geleden').'

Het lezen van dit stuk uit Het grote verlangen deed me denken aan mijn eigen herinneringen waar het gevoel van 'lang, lang, geleden' bij hoort, tevens bevatten ze een gevoel van vaagheid, bij gebrek aan een betere term. Zoals de herinnering – naar ik meen mijn vroegste herinnering – dat ik met traphekje en al naar beneden viel, in het eerste huis waar ik woonde, in Mechelen in België. Ik moet een jaar of twee, drie zijn geweest. Het huis laat zich slechts vaag herinneren, net als de val met het traphekje, wat er zich voor de val afspeelde, als ook wat er zich na val afspeelde, laat zich niet herinneren, slechts de val staat mij bij. Of de val mij deerde, of dat ik ongedeerd opstond na de val is mij niet bekend. Vast staat dat de val zodanig indruk maakte dat hij zich etste in mijn jonge hersenen. Veel van mijn andere herinneringen brengen een gevoel van schaamte of onmacht met zich mee. Eén van de functies van herinneren is juist het vastleggen van schaamtevolle herinneringen, om na te kunnen gaan wat men fout deed en in de toekomst een soortgelijke fout te kunnen voorkomen. De eeuwige fout van de herinnering die hieruit voortvloeit is het trauma, die soms een kleine vorm, soms een grote, soms een alles belemmerende vorm heeft, die men juist belet iets te doen. Zoals een kind dat gebeten wordt door een hond en mogelijk de rest van een leven hier een irreële angst voor honden aan overhoudt, nooit meer een hond zal aanraken. Therapie voor trauma’s neemt vaak de vorm van blootstelling aan; juist wel een hond aaien. Enfin. Ik heb geen angst voor enig soort dier en heb goddank geen trauma’s die al te belemmerend werken. Wel denk ik met een grootsoortig verwijt terug aan mijn tijd op de basisschool, de school waar weinig mocht en veel verkeerd was. Het verbaast me niet dat veel schrijvers middels de literatuur afrekenen met hun trauma ‘de gereformeerde jeugd’, al werd ik niet gereformeerd opgevoed, tenzij men denkt dat een basisschool aan opvoeden doet. Schrijven werkt therapeutisch. Al blijven sommigen schrijvers hangen in hun verwijt jegens het gereformeerde. Op een gegeven moment wordt het toch tijd om aan het eigen leven te beginnen.        

Het lezen van Möring deed me tevens denken aan Andy Warhol en de tentoonstelling die in de zomer van 2017 te zien was in de Beurs van Berlage. Daar werd destijds de PopArt collectie van Lex Harding tentoongesteld. Hiervan staat me bij dat ergens in de tentoonstelling de obsessie van Andy Warhol met het opnemen van zijn telefoongesprekken, en opnemen in het algemeen, uit de doeken werd gedaan. Op het internet kom ik het volgende citaat van Warhol tegen:

I have no memory. Every day is a new day because I don’t remember the day before. Every minute is like the first minute of my life. I try to remember but I can’t. That’s why I got married to my tape recorder.

Warhol kwam dicht in de buurt van de 'bandrecorder', of 'camera', waar Möring over schrijft. En inderdaad, zo'n man herinnert zich niet, hij legt vast. Warhol begon met het vastleggen van zijn diaries vlak nadat hij werd neergeschoten in 1968, middels het opnemen van telefoongesprekken met Pat Hackett. Twee jaar na zijn dood verschenen deze opnames in getranscribeerde vorm in het boek The Andy Warhol Diaries. Het boek staat hier in de kast, maar wacht er nog op om gelezen te worden. Het is een puik boekwerk van ruim 1200 pagina’s. Begin maart van dit jaar verscheen de gelijknamige docuserie The Andy Warhol Diaries op Netflix. Die is zeker het bekijken waard, al is het geen baanbrekende serie, die echt nieuwe inzichten schept in het werk en de persoon van Andy Warhol. Joost Zwagerman was geobsedeerd door Andy Warhol, zijn werk en zijn persoon. Eén van de grondleggers van de POPArt, die een losbandig leven leidde, maar niettemin een devoot katholiek was. Een persoon die verlegen was en zich eeuwig schaamde voor zijn kale hoofd, de reden waarom hij een pruik droeg; de pruik groeide uit tot zijn fenomenale icoon. De persoon die al zijn katten Sam noemde. Zwagerman werd ooit geïnterviewd over één van zijn idolen Andy Warhol. Hij sprak met de kenmerkende bedrijvigheid over zijn mateloze interesse. 

©AP

Warhol. Op 9 mei jongstleden werd zijn zeefdruk van Marilyn Monroe geveild voor 195 miljoen dollar, het kunstwerk dat de collectieve herinnering is aan Andy Warhol. De zeefdruk is nu het duurste kunstwerk van de 20'ste eeuw, maar is, om zaken in perspectief te plaatsen, een schijntje in vergelijking tot de prijs waarmee, 's werelds huidige duurste schilderij, Salvator Mundi van Leonardo Da Vinci – al kan het werk ook door één van Davinci's leerlingen geschilderd zijn geveild werd: 450 miljoen dollar. De zeefdruk van Warhol stoot Les femmes d’Alger van Picasso als duurste schilderij uit de 20'ste eeuw van de troon; persoonlijk zou ik meer over hebben voor Les femmes d'Alger. Enfin. Het blijft zoiets als: wat de gek ervoor geeft.


Reacties

Populaire posts