Niet moeizaam, maar langzaam ...
Voordat dit stuk daadwerkelijk begint, een tip: lees dit boek, en koop deze heruitgave van Folk Singer, die verder niets met dit stuk vandoen hebben.
'Delaila', mijn dichtbundel in wording, voelt, zoals iedere nieuwe dichtbundel voelt, als de eerste die ik schrijf. Waarom? Omdat een nieuwe bundel gepaard gaat met nieuwe thematiek en nieuwe thematiek vaak vraagt om een nieuwe stijl, zeker in het geval van poëzie, omdat het niet enkel de thematiek beschrijft, maar ook ís. Of zoals Nietzsche het zou benoemen: das Fragment an sich.
Lees Ginsberg bijvoorbeeld, als een gedicht over vuurwerk gaat, ís dat gedicht ook vuurwerk. Niet dat Ginsberg voor zover ik weet ooit een gedicht over vuurwerk geschreven heeft, maar dat terzijde. Punt blijkt denk ik uit evergreen Howl; niet in letterlijke, maar literaire zin ís dat gedicht hetgeen geschreven staat, omdat inhoud niet alleen benoemd, maar ook be- en tegelijkertijd geschreven wordt. Zo blijkt al uit enkel de eerste regels:
Enfin. Omdat het ontwikkelen van een nieuwe stijl niet over één nacht ijs gaat, vordert de bundel niet per se moeizaam, maar langzaam. Spittend door mijn archief kom ik de 'bodem' van 'Delaila' tegen in gedichten die twee, soms drie jaar oud - en geen van die gedichten staat op dit moment in de wirwar die ik voor het gemak maar het manuscript van 'Delaila' noem. En het klopt dat goede gedichten, of gedichten van mij die ik als 'goed' bestempel, in een minuut of vijftien geschreven kunnen worden, maar het dichtproces an sich is tijdrovend. Zo tijdrovend dat ik tenminste een half jaar, buiten boodschappenlijstjes, mailtjes en appjes, niet anders heb geschreven dan gedichten. Waarom dat zo is, kom ik later op terug, maar de vraag is vooral: is dat erg? Verre van. Waar Zwagerman ooit eens iets in de trant zei van dat het enkel schrijven van romans hem benauwend lijkt, heb ik dat benauwende gevoel in die periode van het enkel schrijven van gedichten geen één keer ervaren. Door het regelloze karakter van 'mijn' poëzie, omdat ik niet vastzit aan een plot, of betoog en eigenlijk ook niets 'duidelijk' wil maken. Als poëzie duidelijk is, vind ik het proza en in dat geval zou die proza-loze periode dus zinloos zijn geweest.
Enfin nu het waarom van die proza-loze periode, met een vleugje humor, in de vorm van linkjes. Misschien ontbrak het me aan de wil om iets te schrijven. Met name het reageren op de actualiteit, leek me steeds zinlozer worden; veel verder dan 'krijg de vliegende vinkentering' of 'rot op naar je familiegraf' of 'tja' en een linkje naar dit artikel, maar ook met een steunbetuiging en "Gods zegen" voor rationeel activisme, zou ik niet komen. Ik heb de nieuwsmeldingen uitgezet, lees de Correspondent en op zaterdag de Volkskrant en de NRC; ander 'nieuws' kan me verder gestolen worden.
Daarbij, wat viel er de afgelopen tijd te schrijven over de kunsten? Er is de afgelopen tijd, waarin corona veelal als excuus gebruik wordt, weinig nieuws verschenen op het gebied van muziek, dat me het bespreken waard leek. Ook het nieuwe aanbod aan literatuur is over het algemeen zwaar k.u.t. Met uitzondering van de heruitgave van het verzameld werk van Marsman dan en misschien de laatste roman van Marieke Lucas Rijneveld, maar die heb ik tot op heden niet gelezen. En musea, die waren, met uitzondering van die korte periode, waarin ik een paar keer, met een kriebelende baard door een mondkapje, voor een kunstwerk stond, harstikke dicht, zoals vrijwel alles op dit moment.
Maar eigenlijk heb ik steeds minder moeite met de hele situatie. Het blijkt dat ik niet veel meer nodig heb dan het steuntje in de rug van citalopram, mijn (muziek)bibliotheek, versterker, speakers, voor de late uurtjes m'n koptelefoon en zo nu en dan een biefstukje; zie hier mijn kookkunsten, bereid in mijn nederige stulpje in Utrecht:
En ja, ik heb zo mijn bedenkingen over de avondklok en vraag me af waarom het vaccineren tot dusverre niet echt goed van de grond komt, maar wie heeft dat niet? Ik hoop dat de grondwet met haar verankerde recht op vrijheid dit jaar weer gaat functioneren en anti-vaccers en complotdenkers niet de meerderheid gaan uitmaken. Dat is het wel zo'n beetje.
Enfin. Tot zover dit stuk proza; de nacht vordert gestaag, Time out of Mind schalt voor de derde keer in 24 uur op de achtergrond, de slaap begint te roepen. Over naar de poëzie. Twee gedichten van mijn hand:
Realisatie
Hoe fictie - in het geval van
Vincent - neem zijn beeld, zijn
verhaal, het plot, in het hoofd -
de situatie wordt en de waarheid
op dat moment de situatie is –
gerealiseerd wordt - door de schrijver,
die aan de schrijftafel zit, waar de kruimels,
pijpparafernalia en de as verspreid liggen.
I was living it. That’s all there is to it.
It was my life – that fusion of poetry and music.
– Naar: Crowley
Diego
Hoe het komende jaar
gevierd werd, met een
goede fles, een goede vriend,
omwille van het inlopen,
een nieuw begin, met een nieuw huis,
en het doende zijn, in een nieuwe stijl,
met nieuw werk – en hoe het zelf
geregeld wordt, hoe het uitgeleefd
wordt, hoe thuisgekomen de jas op-
gehangen en een glas wijn in-
geschonken wordt, met die liefde voor
het leven, in de lijn van de kunst, van
rock ‘n roll, en de waarheid, in hoe-
verre die gevonden wordt, en het goede
doen, met de hulp van zijn God en zijn boek,
de wetenschap – die hij meedraagt.
Reacties
Een reactie posten