Over: 'Ik heb niets tegen antisemieten, ik lééf ervan'
Met groot genoegen ben ik vandaag begonnen met het lezen van de bloemlezing van het werk van Ischa Meijer, Ik heb niets tegen antisemieten, ik lééf ervan, samengesteld door Ronit Palache.

Kortom, Ischa Meijer was als enige in staan om de vinger op de zere plek van zijn eigen en het collectieve trauma en bijbehorende psyche van de Nederlandse joden te leggen. En dat niet alleen, hij stopte zijn vinger in die plek en draaide rond tot er antwoorden kwamen.
Nu mankeer ik zelf niet veel, of zeker toch veel minder dan eerdere generaties, als kleinkind van de ‘anderhalfste’ generatie. En bovendien ben ik veel beter bedreven in de christelijke cultuur, dan in de joodse. En toch: ook ik weet weinig van wat er is gebeurd, wie waar en hoe gestorven is en ik merk, de laatste tijd steeds meer, het trauma dat er bij familie zit, waar ik ook niets aan kan vragen omdat het daar ook aan voldoende kennis ontbreekt. En wellicht, merk ik dat collectieve, doorwerkende trauma – al durf ik het bijna niet te zeggen – tot op zekere hoogte ook bij mezelf. Hét psychologische cliché is immers dat we allemaal voor een groot deel een product zijn van onze opvoeding, die gepleegd wordt door ouders die zelf ook weer het product zijn van hun opvoeding.
Enfin. Ik hoop, en het is tot op zekere hoogte al gebeurd, dat ik door het lezen van Ik heb niets tegen antisemieten, ik lééf ervan antwoord krijg op die ontelbare vragen die tot nu toe onmogelijk te beantwoorden waren, die van mij en die van die voor mij.
Reacties
Een reactie posten