Het minste van de tijd...

Normaal gezin ervaar 'Man in the Long Black Coat' als het beste
nummer op het album. Een donker nummer waaraan alles klopt, waar ik me iedere
keer weer afvraag wie de man in de lange zwarte jas is en iedere keer weer tot
een ander antwoord kom. Jezus Christus, God de Vader, een profeet, Dylan zelf?
Nu was echter niet 'Man in the Long Black Coat het hoogtepunt,
maar 'Most of the Time'. Een nummer waar ik voorheen misschien een beetje
overheen luisterde. Nu raakte de boodschap me. Waarom weet ik niet. Over wie of
wat gaat het nummer? Een verloren liefde, een oude vriendschap? Over een
persoon die de ik in het nummer voor het eerst sinds een lange tijd weer ziet
en bezingt hoe hij of zij nu tegen hem of haar aankijkt? Misschien kom ik net
als bij 'Man in the Long Black Coat' iedere keer weer tot een andere conclusie.
De ik doet in het nummer aan zelfreflectie. Hij begint met het bezingen wie hij is en wat hij kan:
'Most of the time
I'm clear focused all
around
Most of the time
I can keep both feet on
the ground
I can follow the path
I can read the signs
Stay right with it
When the road unwinds
I can handle whatever
I stumble upon'
Maar dan:
'I don't even notice
She's gone
Most of the time'
De vrouw in het nummer doet de intrede.
Later in het nummer komt er meer duidelijkheid. Dit kan
haast niet anders dan over een oude liefde gaan. Zo blijkt uit:
‘Don't even remember
What her lips felt like on mine
Most of the time’
What her lips felt like on mine
Most of the time’
Heeft de ik de vrouw verlaten, of juist de vrouw de ik? Misschien
kon de ik de druk van de relatie niet meer aan en besloot de relatie te
beëindigen. Maar denkt hij nu soms terug aan de tijd die achter hem ligt,
waarin hij nog wel met de vrouw is. Wordt hij melancholisch en heeft hij spijt
van het verlaten van de vrouw. Wil hij nu niet toegeven dat hij het anders had
willen doen en wil hij aan zichzelf bewijzen dat hij niet gek meer is op de
vrouw en dat het in ieder geval het meeste van de tijd goed met hem gaat. Maar
misschien is dit niets meer dan een leugen, misschien is hij te trots om toe te
geven dat hij de vrouw mist en begint daarom met het bezingen van zijn eigen
kunnen.Een verhaal dat net zo goed zou kunnen is dat de
vrouw de ik heeft verlaten. Kon de vrouw de druk niet meer aan of was er meer
aan de hand? Behandelde de ik haar op een vrouwonvriendelijke manier? Misschien
is ze uit pure ellende weggegaan en kon ze niet anders dan dit doen. Misschien
heeft de ik het daarom alleen maar aan zichzelf te danken en houdt hij dit
nummer zich nu voor dat hij de vrouw niet nodig heeft. Maar misschien zijn het
nu ook niets meer dan leugens. Wil hij eigenlijk nog steeds bij de vrouw zijn,
verwijt hij zichzelf dat hij haar slecht heeft behandeld en wil hij niet
toegeven dat hij nog verlangt naar de tijd met de vrouw.
Een heel andere optie: de vrouw is overleden. En daarmee
verandert de inhoud van het nummer. Dan gaat over een persoon die in rouw is
(geweest). En er na een tijd weer redelijk bovenop is. Die zichzelf het meeste
van de tijd prima kan redden. Eigenlijk de vrouw zo goed als vergeten is, hij
bijna niet meer hoe haar lippen op de zijnen voelde, verlangt meestal zelfs
niet meer naar haar. Maar dan zou dit nog steeds niet meer dan een leugen aan
zichzelf kunnen zijn. Verkeert hij nog steeds in rouw, is hij verscheurd door
verdriet en moet hij daarom deze tekst bezingen. Dit zou kunnen komen door zijn
persoonlijkheid, dat hij een harde persoon is, die niet toe wil geven aan zijn
verdriet…
Het nummer eindigt als een soort overwinning: Hij zingt
immers in de voorlaatste regel:
‘I don't even care
If I ever see her again’
If I ever see her again’
Hij kan hem niets schelen of hij haar ooit nog terugziet.
Hij redt het prima zonder haar. Maar dan komt de laatste regels die in mijn
ogen veel meer zegt dan heel het nummer bij elkaar: ‘Most of the time’. Het
meeste van de tijd kan het hem niet interesseren of hij de vrouw ooit nog ziet.
Maar er zijn dus momenten waarop hij wel aan haar denkt. Die ene regel waar het
nummer mee eindigt roept duizend vragen in me op en nog meer mogelijke
antwoorden. Als hij aan haar terugdenkt huilt hij dan, verlangt hij terug naar
de momenten dat hij met haar was, zou hij het anders hebben willen doen zodat
hij nog bij haar was? Wordt hij overspoelt door verdriet en melancholiek? Er
zijn duizenden verschillende antwoorden op deze vragen mogelijk en bij ieder
antwoord hoort weer een ander verhaal. Het zorgt ervoor dat de boodschap van de
tekst zoals ik hem interpreteer bij ieder mogelijk antwoord op een vraag die in
me oproept anders wordt. En daarom begint er iedere keer als ik de naald laat
vallen op de tweede kant van de elpee van ‘Oh Mercy’ begint er een ander
verhaal dan de vorige keer dat ik dit deed. Gaat het over een andere man en een
andere vrouw. Is het een geweldig liefdeslied, of een lied vol afkeer. Is het
een nummer dat gaat over de overwinning dat de ik het meeste tijd niet meer aan
haar denkt, maar een andere keer is het een nummer dat juist niet gaat over het
meeste van de tijd, maar het minste van de tijd. De momenten dat hij wel aan
haar denkt, dat hij vol verdriet naar de tijden met haar terugkijkt of misschien
wel vol blijdschap. Misschien gaat het nummer niet over het meeste van de tijd,
maar juist de momenten die niet vaak voorkomen, het minste van de tijd. Dat dit
juist de momenten zijn waarop de ik in het nummer terugdenkt aan zijn oude
vriendschap of liefde. Misschien er zelfs naar verlangt.
Een deel van de antwoorden kan ik vinden in andere
nummers van Bob Dylan. Niet dat het draait om het eventuele biografische
aspect, maar om de stijl die de teksten van Bob Dylan hebben. In ‘Love Sick’, ‘Sad Eyed Lady of the Lowlands, ,
‘Sara’. Maar een nummer springt er nu voor me uit: ‘Covenant
Woman’ , in mijn ogen een van de beste liefdesliedjes aller tijden. De ik
bezingt de liefde met zijn verbondsvrouw, die hij als een geschenk van God
ervaart. Hoe haar beloning groot zal zijn; in mijn ogen een verwijzing naar de
beloning die zij zal krijgen in de hemel.
De ik doet in dit nummer ook aan zelfreflectie, maar
spreekt tegelijkertijd zijn hoop op God uit:
'I've been broken, shattered like an empty cup.
I'm just waiting on the Lord to rebuild and fill me up
And I know He will do it 'cause He's faithful and He's true,
He must have loved me so much to send me someone as fine as you.'
In ‘Most of the Time’ lijkt de ik nergens op te hopen,
hij bezingt het in ieder geval niet. Als de ik dezelfde is als die in ‘Covenant
Woman’ kun je concluderen dat de ik is veranderd. Hij heeft het niet meer over
God. Is hij zijn geloof (deels) kwijt en wat heeft hier voor gezorgd? Wellicht
komt dit doordat hij en zijn liefde zijn gebroken. Omdat hij niet meer bij zijn
verbondsvrouw is, zijn geschenk van God. En kan hij niet meer aan God denken
zonder aan zijn geschenk te denken. Probeert hij daarom aan zichzelf te
bewijzen dat hij niet meer naar de vrouw verlangt, omdat hij niet wil toegeven
dat hij, buiten de vrouw, ook naar de tijd met God terugverlangt.
Het bovenstaande is slechts een greep aan de verhalen die
tijdens het schrijven in me opkomen. Maar ik wil het mysterie dat het verhaal
van ‘Most of the Time’ is ook omarmen. Het nummer bevat allen kleine
aanwijzingen naar de vrouw en het verhaal dat bij haar hoort. Als ik er naar
luister ga ik op zoek naar antwoorden, maar vindt hier geen bevestigingen voor
in de tekst. Het zijn alleen antwoorden die waar zouden kunnen zijn. En daarmee
blijft het verhaal een mysterie, waar ik me over kan verwonderen. En juist dat
verwonderen roept een emotie in me op. Zoiets als dit: de drijfveer voelen om
te achterhalen welk verhaal er achter het nummer zit, maar geen doorslaggevende
aanwijzingen kunnen vinden en daarmee een soort onbevredigd gevoel krijgen. En
dit gevoel vind ik niet erg, integendeel het zorgt ervoor dat het nummer een
gevoel in me oproept dat maar weinig nummers doen. En daarmee is het voor mij
een unicum. Het enige nummer tot nu toe dat me tot nu toe dit gevoel bezorgt en
ik houd van deze emotie en wil daarom haast oneindig vaak naar dit nummer
luisteren.
Enfin. Wat ik elk geval niet ongenoemd wil laten is dat
in mijn ogen Bob Dylan op het beste van zijn kunnen is. De muziek en de tekst
vullen, zoals bij zoveel nummers van hem, elkaar aan en versterken elkaar. Het
welbekende ‘swamp-sound’, de handtekening van Daniel Lanois , zorgt ervoor dat ik het nummer nog meer als
een mysterie ervaar. Het geeft een bepaalde mysterie dynamiek, daar de
‘donkerte’ van de muziek en de manier waarop Dylan zingt. Ik kom niet verder
dan een vage omschrijving van die ‘donkerte’, maar ik ervaar hem wel. Ik ervaar
hierdoor ook een gevoel van mysterie. Een gevoel dat me aanspreekt.
Een paar dingen weet ik in ieder geval zeker (voor nu):
‘Most of the Time is een liefdesverhaal dat bezongen wordt door de man. ‘Most
of the Time’ is een nummer waar aanwijzingen voor het verhaal, waar de man het
minste van de tijd aan terugdenkt, terug te vinden zijn in het meeste van de
tijd, waar de man nu over zingt. Weliswaar aanwijzingen die vaag zijn en geen
doorslaggevende argumenten voor het bevestigen van een verhaal van de man
geven, maar dit maakt denk ik helemaal niet uit. In tegendeel: het vage zorgt
voor mij ervoor dat het nummer op haast oneindig veel verschillende manier te
interpreteren valt…
Reacties
Een reactie posten