Calvinist tot in de kist

Meermaals heb ik al geschreven over mijn fascinatie voor de persoon Herman Brood. Door die stukken te schrijven spreek ik mezelf tegen. De mening die ik toegedaan ben, en die wordt steeds sterker van aard, is dat het vooral om de muziek moet draaien van de artiest en niet om de persoonlijkheid. Die mening geldt overigens voor alle vormen van kunst en literatuur.
Eerder lichtte ik bovenstaand verder toe in een essay over het werk van Gerrit Achterberg. Dat essay is te lezen in het laatste nummer van Phronèsis, dit nummer is hier te bestellen.

Allicht is het restje van een calvinistische inborst dat ervoor zorgt dat ik de laatste tijd niet alleen vind dat het werk en de persoon los van elkaar gezien moeten worden, maar dat de hele persoon zinloos is om te onderzoeken. Dit is ietwat extreem geformuleerd, maar hoe meer voorbeelden ik bedenk, hoe meer ik er overtuigd van raak. Draait het erom dat Herman Brood een drugsverslaving had, met duizend en één vrouwen het bed heeft gedeeld en zelfmoord pleegde? Of draait het om zijn muziek en beeldende kunst? Wat mij betreft om het laatste.
Echter, zoals Dylan al zei: I’m inconsistent, even to myself. De boeken die Bart Chabot schreef over het leven van Herman Brood en de theatertour van Jules Deelder, Brood en Chabot staan hier in de kast. Van de Dylan-boeken die ik bezit, gaan er een twintigtal over z’n leven en de sectie biografieën in m’n boekenkast blijft groeien. Zo staat de nieuwe Nietzsche-biografie op het verlanglijstje.
Reden dat ik me blijf verdiepen in het leven van kunstenaars en denkers is voornamelijk hedonistisch van aard. Wat dat betreft is het puur mijn voorkeur die ervoor zorgt dat ik me verdiep in het leven van kunstenaars en denkers en niet iedere week de Privé lees. Echter, de calvinistische stem dwingt tot het vinden van een nuttige reden. Dus, ik heb mezelf aangepraat dat het verdiepen in het leven van kunstenaars en denkers leidt tot zelfinzicht en dat kunstenaars en denkers een voorbeeld kunnen zijn – al zijn velen van hen een voorbeeld van hoe het niet moet. Herman Brood lijkt bijvoorbeeld op het eerste gezicht geen goed voorbeeld, als junk en vrouwenverslinder. Maar toch, af en toe was er blijk van een goede inborst. Bij het interview met Henk Binnendijk bijvoorbeeld en de welbekende aflevering van Villa Felderhof, niet te vergeten. Bovendien, ik heb het onder andere aan Herman Brood te danken dat ik me meer ben gaan richten op de geest van het christendom dan op de (veelal buitenbijbelse) letter.

Enfin. Nogmaals, I’m inconsistent, even to myself. Een calvinist had een anekdote als dit stuk niet geschreven. Misschien had ik de lezers van dit blog die calvinistisch zijn van te voren moeten waarschuwen, want het lezen van anekdotes is niet nuttig en niet opbouwend. Maar, wat mij betreft is Efeze 4:23 voor iedereen een goede lijfspreuk: ‘Word vernieuwd in de geest van uw denken.’ Daar hoort voor mij het loskomen van het calvinisme bij, godzijdank.

Reacties

Populaire posts