De Bijbel revisited #2: Keith Green en Bob Dylan

Om de titel van dit blog eer aan te doen, wil ik in een aantal artikels uit deze serie 'De Bijbel' linken aan muziek.

So You Wanna Go Back to Egypt

In Numeri hoofdstuk 11 klaagt het volk van Israël tegen Mozes over het voedsel dat ze te eten krijgen:

4 Het samenraapsel van ​vreemdelingen​ dat met hen meetrok, was onverzadigbaar, en ook de Israëlieten begonnen weer te klagen. ‘Hadden we maar vlees te eten!’ zeiden ze. 5 ‘We verlangen terug naar de vis die we in Egypte volop te eten hadden, naar de komkommers en watermeloenen, de prei, uien en knoflook. 6 We drogen uit, we zien nooit iets anders dan dat manna.’ 7 (Het manna leek op korianderzaad maar had de kleur van ​balsemhars. 8 Ze verzamelden het overal in de omtrek, ​maalden​ het met een ​handmolen​ of stampten het fijn in een ​vijzel, kookten het in een ​pot​ en maakten er koeken van. Die smaakten alsof ze in olie ​gebakken​ waren. 9 Wanneer het kamp ’s nachts door de dauw bedekt werd, daalde ook het manna erop neer.)

Keith Green heeft deze passage bewerkt tot het titelnummer van So You Wanna Go Back to Egypt. Een nummer dat, tussen de regels door, het volk van Israël vergelijkt met christenen van vandaag de dag, die hun vertrouwen in God verliezen en klagen. Dit doet hij door manna te bewerken tot modern eten – te denken aan: manna waffles, manna burgers en manna bagles.


Het album So You Wanna Go Back to Egypt verscheen in 1980. Deze verschijning luidde de periode van Greens carrière in, waarin hij niet langer geld rekende voor zijn albums en concerten. Keith Green en zijn vrouw Melody verkochten hun huis om in staat te zijn de verschijning van So You Wanna Go Back to Egypt te financieren. Het album werd opgestuurd met de post of was te verkrijgen bij concerten. Een eventuele bijdrage was optioneel. In totaal zijn er 200.000 exemplaren verstuurd – waarvan 61.000 geheel gratis.

Het gehele muzikale oeuvre van Green is doortrokken van aan de ene kant teksten die gaan over mooie, hoopvolle passages uit de Bijbel en de goede, genadevolle God die hier bijhoort. Aan de andere kant schuwt Green niet kritiek te uiten op mensen die uit traditie zondag naar de kerk gaan en zich christen noemen, maar het waarlijk christen zijn nalaten. Daarbij linkt hij de kritiek op dit soort christenen aan een God die rechtvaardig is en kijkt naar het hart. Mensen die zich christen noemen, maar de liefde en het handelen uit vertrouwen op God nalaten, missen de essentie van de Bijbel. Jakobus – de broer van Jezus – vertelt in zijn brief (hoofdstuk 2) namelijk het volgende:

20 Dwaas, ​wilt u het​ bewijs dat geloof zonder daden nutteloos is? 21 Werd het onze voorvader ​Abraham​ niet als een rechtvaardige daad toegerekend dat hij zijn zoon ​Isaak​ op het ​altaar​ wilde offeren? 22 U ziet hoe geloof en handelen daar hand in hand gaan, en hoe het geloof vervolmaakt wordt door daden. 23 Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: ‘Abraham​ vertrouwde op God, en dat werd hem toegerekend als een rechtvaardige daad.’ Hij wordt zelfs Gods vriend genoemd. 24 U ziet dus dat iemand ​rechtvaardig​ wordt verklaard om wat hij doet, en niet alleen om zijn geloof.

25 Werd niet ook Rachab, de ​hoer, ​rechtvaardig​ verklaard om wat ze deed, toen ze de verkenners ontving en langs een andere weg liet vertrekken? 26 Zoals het lichaam dood is zonder de ziel, zo is ook geloof zonder daden dood.

Keith hanteerde bij tijd en wijle een toon die net zo hard was als die van Jakobus. Een voorbeeld van een nummer waarin hij dit deed,  is: Jesus Commands Us to Go. Het nummer draagt de volgende strofe in zich:

Jesus commands us to go
It should be the exception if we stay
It's no wonder we're moving so slow
When his church refuses to obey


Een ander voorbeeld is het nummer To Obey Is Better Than Sacrifice. Green baseerde dit nummer op de tekst uit 1 Samuel hoofdstuk 15, waarin Samuël het volgende tegen koning Saul zegt:

22 (...) Schept de HEER meer behagen in ​offers​ dan in gehoorzaamheid? Nee! Gehoorzaamheid is beter dan ​offers, volgzaamheid is beter dan het vet van rammen.

Bob Dylan en Keith Green

Bob Dylan speelt mondharmonica op het nummer Pledge My Head to Heaven, dat op het album So You Wanna Go Back to Egypt staat. De vriendschap en samenwerking van Bob Dylan en Keith Green komt in weinig biografieën over Dylan aan bod. Naar mijn weten is ‘Restless Pilgrim’ van Scott M. Marshall en Marcia Ford de enige waarin dit het geval is. Het schijnt zo te zijn dat Green en Dylan goed bevriend waren. Dylan bezocht de kerkdiensten en bijbelstudies van The Vineyard Christian Fellowship – de kerk die Green en z’n vrouw ook bezochten.


De dood van Keith Green – op z’n 28ste in een helikoptercrash – was een grote klap voor Bob Dylan; ook voor zijn geloofsleven. Misschien is dit de reden dat Infidels een veel minder duidelijke christelijke boodschap heeft dan z’n drie voorgangers. Het album verscheen in 1983 – een jaar na de dood van Green.

In het nummer When You Gonna Wake Up hanteert Dylan eenzelfde soort thematiek als Green  in To Obbey Is Better Than Sacrifice doet. Het nummer uit kritiek op de samenleving en het verval van christelijke waarden. Het zou echter ook gezien kunnen worden als kritiek op christenen die vervallen tot het volgen van de huidige moraal en niet die van de Bijbel. Een aanwijzing voor deze interpretatie is de volgende strofe:

Do you ever wonder just what God requires ?
You think He's just an errand boy to satisfy your wandering desires

Toch verschilt Dylans werk op vele punten van dat van Keith Green. Waar Green z’n hele muzikale carrière bezig was met het verspreiden van het evangelie, deed Dylan dit maar drie jaar. Green verkondigde een duidelijk christelijke boodschap. Het staat weliswaar buiten kijf dat Slow Train Coming, Saved en Shot of Love geïnspireerd zijn op de Bijbel en het christendom. Maar Dylan behoudt, zoals altijd, het mysterie en de mogelijkheid tot interpretatie. Zo wordt In Man Gave Name to All the Animals de naam van Adam niet genoemd. Hierbij komt dat het begin in het nummer niet gedateerd wordt op zesduizend jaar geleden, maar gewoonweg op a long time ago.
Een mogelijk intrepeatie van I Believe in You is dat de vrienden van de ik hem afwijzen, omdat hij tot geloof is gekomen. Maar het nummer zou net zo goed over een (verboden) liefdesrelatie kunnen gaan. Verder verkondigt Bob Dylan op z’n ‘christelijke’ albums niet alleen een christelijke, maar ook een maatschappijkritische boodschap. Zo is Slow Train een kritiek op industrieel kapitalisme.
Bovenstaand zijn zaken die Keith Green naliet. Zijn teksten zijn recht voor z’n raap en verkondigen een boodschap van hoop, geloof en liefde, maar zeker ook rechtvaardigheid. Bij Dylan is het vrijwel nooit duidelijk wat de boodschap van het nummer is. En mocht dit, per hoge uitzondering, wel het geval zijn, wordt er genoeg overgelaten om te interpreteren. Zoals, onder andere, bij When You Gonna Wake Up het geval is.

De bijbelteksten uit dit artikel zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © Nederlands Bijbelgenootschap 2004.

Reacties

Populaire posts